Financiën
Overzicht programma
Bedrag x € 1.000 | Rekening | Begroting | Begroting 2021 | Begroting | Begroting | Begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Programma | 2019 | 2020 | Lasten | Baten | Saldo | 2022 | 2023 | 2024 |
Taakvelden: | ||||||||
0.5 Treasury | -2.933 | -31.245 | 393 | -157 | 236 | 355 | 95 | 153 |
0.61 OZB Woningen | -10.567 | -10.862 | 1.125 | -12.192 | -11.067 | -11.112 | -11.157 | -11.202 |
0.62 OZB Niet woningen | -10.335 | -10.260 | 352 | -11.473 | -11.121 | -11.151 | -11.181 | -11.211 |
0.64 Belastingen overig | 49 | 56 | 56 | 0 | 56 | 56 | 56 | 56 |
0.7 Algemene uitkering en overige uitkeringen Gemeentefonds | -106.262 | -108.724 | 0 | -114.598 | -114.598 | -116.934 | -119.310 | -121.495 |
0.8 Overige baten en lasten | 46 | 1.070 | 3.142 | -100 | 3.042 | 6.682 | 10.155 | 13.217 |
0.9 Vennootschapsbelasting (VPB) | 1.214 | 461 | 484 | 0 | 484 | 444 | 265 | 100 |
Totaal saldo van baten en lasten | -128.789 | -159.504 | 5.551 | -138.519 | -132.968 | -131.660 | -131.077 | -130.382 |
Reservemutatie | 4.000 | 18.975 | 3.000 | -6.525 | -3.525 | -5.325 | -2.325 | 3.000 |
Resultaat | -124.789 | -140.529 | 8.551 | -145.044 | -136.493 | -136.985 | -133.402 | -127.382 |
Ontwikkeling programmasaldo
Toelichting ontwikkeling begrotingssaldo
bedrag x € 1.000 | ||||
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
Saldo begroting 2020 | -133.857 | -129.157 | -127.974 | -127.974 |
mutatie nieuwe jaarschijf; eenmalige bedragen '23 progr. 2 en 4 ism reserv. | 4.025 | |||
Gemeentefonds (via besl.v. notities sept.circ19/meicirc.20): | -3.222 | -3.201 | -2.601 | -1.821 |
Fasering ond. huisv. via res. (nov19;/m '23 neutr.; ism progr.2) | 2.300 | -3.000 | -1.300 | |
Perspectiefnota 21 (juliraad 20): | ||||
- Dividend Stedin | 450 | 450 | ||
- Dividend BNG | 45 | 45 | 45 | 45 |
Dekking rechtspositie raadsleden ism progr. 6 (raadsbesluit 12feb20) | -91 | -91 | -91 | -91 |
Reservering begrotingsbehandeling/septembercirculaire | 1.284 | 1.760 | 1.760 | 1.760 |
Vpb-afdracht grondexploitaties (in samenhang met progr.5) | 124 | -283 | 282 | 135 |
Nominaal & areaal & kap.lasten & neutrale verschuivingen (mn kostentoerek.) | -3.526 | -3.508 | -3.523 | -3.461 |
Saldo begroting 2021 | -136.493 | -136.985 | -133.402 | -127.382 |
Dit programma bevat de structurele algemene inkomsten van de gemeente. De tegenhanger hiervan is de inzet van deze middelen via de programma’s. De algemene inkomsten betreffen met name de algemene uitkering gemeentefonds, de OZB en rentebaten/dividend (treasury).
Algemene dekkingsmiddelen bevat de volgende structurele algemene inkomsten:
0.5. Treasury
In 2020 is sprake van een incidentele bate vanwege de verwachte verkoop van Eneco. In de oorspronkelijke begroting 2020 was nog een verkoopopbrengst € 30 miljoen geraamd. Inmiddels heeft de verkoop plaatsgevonden tegen een opbrengst van afgerond € 52,5 miljoen, waarvan € 15 miljoen is toegevoegd aan de reserve duurzaamheid. De overige opbrengst komt ten gunste van de algemene reserve.
Meerjarig heeft het taakveld treasury een gering saldo. Enerzijds ontvangt de gemeente dividenduitkeringen van Stedin en van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Anderzijds is sprake van een tekort op de rente-exploitatie in dezelfde orde. De dividendraming voor de BNG is in lijn met de werkelijk ontvangen winstuitkering verlaagd van € 0,25 miljoen naar € 0,2 miljoen. Stedin heeft voor 2020/2021 een “winstwaarschuwing” afgegeven. Stedin kan hogere tarieven van de landelijk netbeheerder Tennet binnen de huidige regels pas met vertraging doorberekenen in de eigen tarieven. Dit zou betekenen dat in 2021/2022 niet of nauwelijks dividend kan worden uitgekeerd. Concreet leidt dit tot voor 2021/2022 tot een incidenteel nadeel van € 0,45 miljoen. Beide bijstellingen zijn conform de Perspectiefnota 2021.
0.61/0.62/0.64 Belastingen (OZB Woningen, OZB Niet woningen en Belastingen overig)
De geraamde belastingopbrengsten van € 23,5 miljoen betreffen de OZB.
In de raming 2021 is rekening gehouden met een indexering van de tarieven met 2,75%. Daarnaast is sprake van een positieve bijstelling op de ozb-waarde niet-woningen. De meerjarenraming houdt rekening met een bescheiden areaalontwikkeling.
0.7 Algemene uitkering
De geraamde algemene uitkering in de primitieve begroting is gebaseerd op de actuele stand na uitwerking van de meicirculaire 2020. De uitkomsten van deze circulaire zijn via een aparte notitie samengevat en aan de gemeenteraad toegezonden en meegenomen in de behandeling en besluitvorming aangaande de Perspectiefnota 2021. De uitkomst van de septembercirculaire, na Prinsjesdag, wordt op de gebruikelijke wijze via een aanvullende notitie toegevoegd aan de begrotingsbehandeling.
Per saldo stijgt de algemene uitkering 2021 ten opzichte van 2020 met € 4,3 miljoen naar € 114,6 miljoen. Afgerond € 2,5 miljoen, was reeds in de meerjarenbegroting ingeboekt accres (groei) dat is ingezet voor loon- en prijsstijgingen. De resterende toename betreft vooral aanvullende structurele voordelen in de septembercirculaire 2020 (afgerond € 1,6 miljoen) en de meicirculaire 2021 (€ 0,3 miljoen).
Dit structurele voordeel is de resultante van verschillende plussen en minnen op de accresontwikkeling, de areaalontwikkeling, de WOZ-ontwikkeling en de nominale ontwikkeling. Dit structurele voordeel is via een stelpost gereserveerd in afwachting van nadere besluitvorming bij de begrotingsbehandeling 2021.
In dat verband vraagt, naast andere ontwikkelingen, vooral de dekking, c.q. beheersing en verwerking van de doorzettende kostenstijging sociaal domein (vooral Jeugd) aandacht en besluitvorming. Op basis van de cijfers ten tijde van de Perspectiefnota/meicirculaire staat voor 2021 en verder nog een kostenstijging van afgerond € 4 miljoen open, hetgeen de hier opgenomen structurele buffer van afgerond € 2 miljoen ruimschoots overtreft. De problematiek van ongedekte tekorten sociaal domein is een landelijk beeld en aanleiding voor signalen richting Rijk dat sprake is van een sterk tekortschietende bekostiging. Eén en ander is conform de afzonderlijke rapportages en besluitvorming over de effecten van de gemeentefondscirculaires.
Meerjarig wordt voor de jaren 2022-2024 rekening gehouden met:
- de zogeheten opschalingskorting (deze loopt structureel nog verder op in 2025).
- een trendmatige ontwikkeling van areaal en uitkeringsbasis.
- een trendmatige “reële nullijn”, dat wil zeggen: meerjarig toereikende accressen om, met inachtneming van de opschalingskorting, de loon- en prijsontwikkeling op te vangen.
Dat betekent op dit moment concreet:
- een loonontwikkeling van 2,5% per jaar
- een prijsstijging van 2% per jaar
- een volume index sociaal domein van 2%.
Met inachtneming hiervan is incidenteel sprake van voordelen in 2021-2023 die ten gunste van de algemene reserve komen (€ 1,3 miljoen in 2021/2022 en € 0,75 miljoen in 2023 conform besluitvorming Perspectiefnota 2021).
0.8 Overige baten en lasten
Onder het onderdeel overige baten en lasten staan stelposten opgenomen voor nog nader te bestemmen middelen en/of nog nader in te vullen, generieke taakstellingen. De laatstgenoemde categorie komt in deze begroting niet voor.
Belangrijkste afwijking ten opzichte van de begroting 2020 is de opname van de stelpost structurele reservering ten behoeve van nadere besluitvorming bij de begrotingsbehandeling. Deze stelpost bedraagt € 1,6 miljoen in 2021 en loopt op naar € 2,1 miljoen in 2022 en verder. Dit is conform besluitvorming Perspectiefnota inclusief meicirculaire en staat in directe relatie met de nog openstaande besluitvorming over nieuwe ontwikkelingen, waaronder de sterk gestegen kosten sociaal domein, c.q. Jeugd.
Hieronder volgt een overzicht van de opgenomen stelposten voor nog nader te bestemmen middelen. Aan de hand van dit overzicht worden de afzonderlijke onderdelen toegelicht.
bedrag x € 1 miljoen | ||||
omschrijving/jaar | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
inkomstenstelposten | ||||
# onderuitputting | -0,1 | -0,1 | -0,1 | -0,1 |
uitgavenstelposten | ||||
# nominaal | 0,2 | 3,2 | 6,2 | 9,2 |
# areaal | 0,6 | 0,3 | 0,7 | 0,7 |
# reserv.begr.behand. | 1,6 | 2,1 | 2,1 | 2,1 |
# taakmutaties GF | 0,3 | 0,5 | 0,5 | 0,5 |
# onvoorzien | 0,2 | 0,3 | 0,4 | 0,5 |
totaal saldo stelposten | 2,8 | 6,3 | 9,8 | 12,9 |
Onderuitputting
Aan de inkomstenkant staat een jaarlijks terugkerende stelpost onderuitputting. Van oudsher betrof dit met name een correctie op geraamde kapitaallasten van investeringen die nog niet daadwerkelijk op de begroting drukken zolang de investeringen nog niet waren gerealiseerd. Door de afnemende omvang van de kapitaallasten is ook deze stelpost in omvang afgenomen tot een relatief gering bedrag. Meer algemeen kan met deze stelpost worden geanticipeerd op het gegeven dat niet alle in de begroting opgenomen structurele budgetten ieder jaar geheel worden gebruikt.
Nominaal
De loon- en prijsontwikkeling 2021 is verwerkt in de programmaramingen op basis van een prijscompensatie van 2% en een loonontwikkeling conform de geldende cao gemeenten 2019/2020, aangevuld met een aanname voor 2021. De cao 2019/2020 bevat loonstijgingen van 1% per 1 juli 20 en 1 oktober 20 die in 2020 slechts deels op de begroting drukken maar in 2021 voor het hele jaar.
Dit betekent een “overloop” (aanvullende loonontwikkeling 2021 vanuit cao 2019/2020) van 1,25%. Aangevuld met een aanname van 2,5% voor 2021 komt de totale loonontwikkeling uit op 3,75% (conform Perspectiefnota 2021). Voor 2020 is nog een stelpost met een beperkt bedrag van € 0,3 miljoen beschikbaar voor nog te verwachten nominale ontwikkelingen met het oog op onzekerheden rond sociale lasten en bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen.
Meerjarig is een trendmatige nominale ontwikkeling ingedekt in samenhang met de geraamde accressen gemeentefonds. Meerjarig houdt de begroting via deze stelpost rekening met een jaarlijkse loonontwikkeling van 2,5%, een prijsontwikkeling van 2% en een volume index sociaal domein van 2%.
Areaal
De stelpost areaal heeft een tweeledig doel:
- In de eerste plaats worden via deze stelpost schommelingen in volumemutaties op de maatstafgegevens van verdeelmaatstaven verevend. Enerzijds plussen en minnen tussen verschillende maatstaven, anderzijds verschillen in de tijd tussen de verwerking in het gemeentefonds van mutaties op macroniveau en op gemeenteniveau. Concreet gaf de uitwerking van de meicirculaire 2020 een positief effect van afgerond € 0,4 miljoen door aanpassingen op de macrovolumes van de maatstaven sociaal domein voor 2021 en verder ten opzichte van 2020. De corresponderende bijstellingen op de Amstelveense volumes zijn nog niet bekend, c.q. verwerkt, maar zouden logischerwijs tot een tegengesteld effect moeten leiden. In afwachting hiervan wordt het onderhavige bedrag gereserveerd. Met name de verdeelmaatstaven gerelateerd aan medicijngebruik gaan over grote bedragen met grote schommelingen en kunnen tot herverdeeleffecten leiden;
- In de tweede plaats is er geen directe 1-op-1-relatie in tijd en omvang tussen areaaleffecten, c.q. autonome ontwikkelingen aan de uitgavenkant en aan de inkomstenkant. Deze stelpost biedt de mogelijkheid hier flexibel mee om te gaan. Een positief areaaleffect aan de inkomstenkant wordt via deze stelpost gereserveerd en de inzet verloopt als regel via integrale afweging bij de Perspectiefnota.
De huidige omvang van de stelpost wordt voor het grootste deel verklaard door de genoemde mutatie van € 0,4 miljoen in de meicirculaire 2020. De eerstvolgende actualisering vindt plaats via de uitwerking van de septembercirculaire.
Reservering begrotingsbehandeling
Deze stelpost reserveert een structureel voordeel in afwachting van nadere besluitvorming bij de begrotingsbehandeling 2021. In dat verband vraagt, naast andere ontwikkelingen, vooral de dekking, c.q. beheersing en verwerking van de doorzettende kostenstijging sociaal domein (vooral Jeugd) aandacht en besluitvorming. Op basis van de cijfers ten tijde van de Perspectiefnota/meicirculaire staat voor 2021 en verder nog een kostenstijging van afgerond € 4 miljoen open, hetgeen de hier opgenomen structurele buffer van afgerond € 2 miljoen ruimschoots overtreft.
Taakmutaties GF
Per 1 juli 2021 treedt de Wet Inburgering in werking. Gemeenten ontvangen een structurele bijdrage in de uitvoeringskosten (voor Amstelveen meerjarig oplopend naar € 0,4 miljoen). De toegekende compensatie is gereserveerd op deze stelpost in afwachting van nadere besluitvorming. Die nadere besluitvorming wordt voorzien in de decemberraad 2020 aan de hand van de (financiële paragraaf in de) Kadernota Veranderopgave Inburgering Amstelveen.
Daarnaast is bij de afgelopen meicirculaire een bedrag van afgerond € 0,1 miljoen gereserveerd voor een te leveren bijdrage in de uitvoeringskosten bij de SVB voor trekkingsrechten pgb.
Onvoorzien en overig
De begroting bevat een vast bedrag voor onvoorziene uitgaven. Meerjarig loopt dit bedrag op met afgerond € 0,1 miljoen.
Reservemutatie
Reservemutatie
bedrag x € 1.000 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|
omschrijving | beginsaldo | dotatie | onttrekking | eindsaldo | eindsaldo | eindsaldo | eindsaldo |
0.8 investeringen in energietransitie en duurzaamheid | 14.195 | 0 | -925 | 13.270 | 12.845 | 12.520 | 12.520 |
0.8 Sparen vooraf | 16.328 | 3.000 | -5.700 | 13.628 | 8.628 | 6.628 | 9.628 |
Algemene dekkingsmiddelen | 30.523 | 3.000 | -6.625 | 26.898 | 21.473 | 19.148 | 22.148 |
Investeringen in energietransitie en duurzaamheid
Van de verkoopopbrengst van de aandelen Eneco ad. € 52,5 miljoen in 2020 is € 15 miljoen toegevoegd aan deze reserve.
Sparen vooraf
Bij de Kadernota 2017 is besloten tot de instelling van de reserve “sparen vooraf”.
Voorzieningenmutatie
Voorzieningenmutatie
bedrag x € 1.000 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|
omschrijving | beginsaldo | dotatie | onttrekking | eindsaldo | eindsaldo | eindsaldo | eindsaldo |
0.8 Dubieuze debiteuren | 818 | 0 | 0 | 818 | 818 | 818 | 818 |
0.8 Alg. pensioenwet politiek ambtsdragers + wachtgeld | 3.887 | 156 | -134 | 3.909 | 3.930 | 3.951 | 3.971 |
0.8 Dubieuze vorderingen op openbare lichamen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Algemene dekkingsmiddelen | 4.705 | 156 | -134 | 4.727 | 4.748 | 4.769 | 4.789 |
Dubieuze debiteuren
De handelsdebiteuren worden jaarlijks bij opmaak van de rekening beoordeeld waarbij vooraf vastgestelde criteria worden gehanteerd (als de vordering “ouder” is, wordt een hoger percentage als dubieus aangemerkt). Over de jaren heen leidt dit tot een saldo dubieuze debiteuren van wisselende samenstelling dat op een redelijk constant niveau ligt. Voor de begroting wordt daarom een meerjarig gelijkblijvend saldo gepresenteerd.
Wachtgeld en wethouders
De wachtgeldvoorziening wordt bij het opstellen van de programmarekening geactualiseerd.